Wat betekent je in Frans?

Wat is de betekenis van het woord je in Frans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van je in Frans.

Het woord je in Frans betekent ik, men, je, aangenaam, Ik wil, slordig, onzorgvuldig, respectvol, Ik zou graag willen, anoniem, onbekend, Ik heet, tig, zeker, in elk geval, natuurlijk, ontzettend graag, dolgraag, uit eigen ervaring, voor zover ik weet, voor wat het waard is, ik heb, ik zou, ik zal, ik ben, bang, ik weet niet, ik kom uit, Ik denk, Ik denk, knuffels en kusjes, we zijn nog maar in het beginstadium, hebbes, Ik smeek u!, Ik bid u!, erewoord, ik zweer het, graag gedaan, geen dank, good gedaan, goed zo, het maakt me niet uit, het interessert me niet, het kan me niet schelen, ik denk het niet, ik denk van niet, wat maakt mij het uit?, wat interesseert mij het?, Ik weet het niet, Ik hou van je, Val dood!, vergeef me, moeten gaan, Ik ben het er mee eens, het gaat goed met mij, Ik ga, Ik ben blij, Het spijt me, Ik kan niet wachten!, Ik haat je!, Ik weet, Ik vind het mooi, Ik vind jou leuk, Ik hou zoveel van je, Ik snap het, Ik geloof van wel, Het gaat goed met mij, Het spijt me, Geen probleem, wijsneus, betweter, slijmerd, slijmbal, strooplikker, hielenlikker, wijsneus, betweter, wijsneus, betweter, wijsneus, betweter, en noem maar op, en ga zo maar door, wees gegroet, Ik moet, ik durf te zeggen, met vallen en opstaan leren, Neem me niet kwalijk, ik geloof dat, Ik wil zeggen, alstublieft, genoeg gezegd, genoeg daarover, Ik hou van je, kom maar op, Het spijt me, Ik doe het wel, Gecondoleerd, geen zorgen, bijschenken, mij best, me, mij, alsjeblieft, maak dat je wegkomt, maak dat je wegkomt, maak 'm nou!, ga weg! ja hoor! schei uit!, op de een of andere manier, ga je gang, Ik bedoel, letterlijk, psychologisch beïnvloeden, had ik maar, zijn. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord je

ik

Je t'aime.

men, je

(indéfini)

On est toujours enclin à mentir.

aangenaam

Enchanté. Je suis ravi de vous rencontrer.
Aangenaam. Fijn je te ontmoeten.

Ik wil

(au mariage)

- Abigail Smith, promettez-vous d'aimer cet homme et de lui être fidèle ? - Oui.
Abigail Smith, wil je beloven van deze man te houden en hem trouw te blijven? Ik wil

slordig, onzorgvuldig

Le travail bâclé de Brian fait qu'il lui est difficile de garder un emploi.

respectvol

Ik zou graag willen

J'aimerais que tu sois plus impliqué dans le site communautaire.
Ik zou graag meer betrokken willen zijn bij de buurt-website. Ik zou graag de coq au vin willen, alstublieft.

anoniem, onbekend

adjectif

Ik heet

Je m'appelle Joe.

tig

(informeel)

zeker, in elk geval, natuurlijk

ontzettend graag, dolgraag

(familier)

uit eigen ervaring

locution verbale

Je sais de quoi je parle lorsque je te dis qu'il va droit dans le mur avec sa nouvelle politique : j'avais moi-même essayé et j'avais échoué.

voor zover ik weet

Pour autant que je sache, la banque a accepté le prêt. // Pour autant que je sache, le patron est dans son bureau.
Voor zover ik weet heeft de bank de lening goedgekeurd. Voor zover ik weet zit de baas in zijn kantoor.

voor wat het waard is

Ça vaut ce que ça vaut, mais cette voiture me semble trop puissante pour toi.

ik heb

(auxiliaire, possession)

J'ai trop mangé.

ik zou

J'aimerais me marier cette année.

ik zal

Je dînerai à 19 h ce soir.

ik ben

locution verbale

Je suis le meilleur serveur de ce restaurant.

bang

Je crains de ne pas avoir fait du bon travail hier.

ik weet niet

Ça ne sert à rien de me demander, je ne sais pas.

ik kom uit

Je suis originaire de Pologne, même si ça fait plus de 10 ans que je vis à Londres maintenant.
Ik kom uit Polen, hoewel ik nu al meer dan tien jaar in Londen woon.

Ik denk

Je crois (or: pense) qu'il est très intelligent.

Ik denk

Je suppose que tu as raison. Comme nous ne pouvons pas réfuter qu'il soit resté chez lui toute la journée, je suppose que nous allons devoir le croire sur parole.
Ik denk dat je gelijk hebt. Omdat we niet kunnen weerleggen dat hij de hele dag binnen is gebleven, denk ik dat we hem moeten geloven.

knuffels en kusjes

(familier)

Elle a terminé son mail par « À bientôt ! Gros bisous, Ellie. »

we zijn nog maar in het beginstadium

hebbes

(slang)

Ik smeek u!, Ik bid u!

interjection

erewoord, ik zweer het

Maman, je vais ranger ma chambre dans la matinée : croix de bois, croix de fer, si je mens, je vais en enfer !
ⓘCette phrase n'est pas une traduction de la phrase originale. Ik ruim mijn kamer vanochtend nog op mam, erewoord!

graag gedaan, geen dank

good gedaan, goed zo

interjection

Tu as déjà perdu 5 kg ! Je suis contente pour toi.

het maakt me niet uit, het interessert me niet, het kan me niet schelen

- Tu ne peux pas sortir habillé comme ça, tu vas attraper froid. - Ça m'est égal.

ik denk het niet, ik denk van niet

Quand Tom a demandé si Sally venait à la fête, j'ai répondu : "Je ne crois pas."
Toen Tom me vraagde of Sally naar het feest ging komen, zei hij: "Ik denk het niet."

wat maakt mij het uit?, wat interesseert mij het?

Si tu veux gâcher ta vie en quittant l'école, je m'en fiche.

Ik weet het niet

- Qui est cette femme en train de parler à ton frère ? - Je ne sais pas.
"Wie is die vrouw die tegen jouw broer praat?" "Ik weet het niet."

Ik hou van je

Je t'aime, maman.
Ik hou van je, mama!

Val dood!

(vulgaire) (vulgair)

Si tu n'aimes pas ça, c'est dommage, va te faire voir.

vergeef me

Excusez-moi, monsieur, mais je crois que vous vous trompez. Excusez-moi, je pensais que je vous avais déjà envoyé cette information.

moeten gaan

Désolée,il faut que j'y aille, mon taxi est là.

Ik ben het er mee eens

interjection

"Je suis d'accord", dit Tom, "Tu as raison".
"Ik ben het ermee eens", zei Tom. "Je hebt gelijk!"

het gaat goed met mij

Je vais bien. Mais, toi, comment vas-tu ?
Het gaat goed met mij! Maar, hoe gaat het met jou? "Hoe gaat het me je?" - "Met mij gaat het goed, dank je!"

Ik ga

(assez familier)

Je sais que je suis en retard pour le déjeuner. J'y vais.
Ik weet dat ik te laat ben voor de lunch. Ik ga nu!

Ik ben blij

Je suis content de passer les fêtes avec ma famille cette année.

Het spijt me

Je suis désolé, j'ai fait une erreur.

Ik kan niet wachten!

– À cette heure-ci la semaine prochaine, nous serons en vacances. – J'ai hâte !

Ik haat je!

interjection

Je te déteste ! Je ne te ferai plus jamais confiance !
ⓘCette phrase n'est pas une traduction de la phrase originale. Dit is geen liefde! Ik haat je!

Ik weet

interjection

Je le sais ! Pas besoin de me l'expliquer.
Ik weet dat! Je hoeft het me niet uit te leggen!

Ik vind het mooi

Quelle jolie robe ! J'adore !

Ik vind jou leuk

Je t'aime bien. Tu m'as l'air d'être sympa.

Ik hou zoveel van je

Je t'aime tant que je ne peux pas être séparé de toi.
Ik hou zoveel van je dat ik het niet kan uitstaan om van je gescheiden te zijn.

Ik snap het

Alors vous dites que vous n'aimez pas ce bureau ? Je vois. Nous allons essayer de vous changer de place dès que possible.
Dus je vindt dit kantoor niet leuk? Ik snap het. We zullen proberen je zo snel mogelijk te verhuizen.

Ik geloof van wel

interjection

« Vient-il avec nous ? » « Je crois bien, mais laissez-moi l'appeler pour confirmer. »

Het gaat goed met mij

– Comment vas-tu ? – Je vais bien, merci.
"Hoe gaat het?" "Het gaat goed met mij, dank je."

Het spijt me

Het spijt me dat ik je favoriete lamp heb gebroken.

Geen probleem

A: Merci d'avoir lavé ma voiture. B: Pas de problème (or: Pas de souci) !

wijsneus, betweter

(familier) (informeel)

slijmerd, slijmbal, strooplikker, hielenlikker

nom masculin (familier) (informeel, figuurlijk)

wijsneus, betweter

(familier) (informeel)

Si on invite ce Monsieur je-sais-tout, il va gâcher la fête.

wijsneus, betweter

(péjoratif) (informeel)

Ce gamin qui a eu 20 sur 20 en science et en maths est un petit Monsieur Je-sais-tout.

wijsneus, betweter

(informeel)

en noem maar op, en ga zo maar door

(informeel)

Mon tiroir à bric-à-brac est rempli de trombones, de vieilles photos, de lunettes de soleil, et que sais-je encore.

wees gegroet

nom masculin

Ma fille, en pénitence, vous me réciterez quatre Je vous salue Marie.

Ik moet

Je dois partir maintenant ou je vais rater mon train.
Ik moet nu gaan, anders mis ik mijn trein. Ik wil niet gaan, maar ik moet wel.

ik durf te zeggen

Je suppose que tu dois avoir faim après ta longue marche.

met vallen en opstaan leren

Neem me niet kwalijk

(soutenu)

ik geloof dat

Je crois que les cours commencent lundi.

Ik wil zeggen

Comment notre société peut économiser de l'argent pendant cette récession ? Je dirais qu'on devrait arrêter d'embaucher et geler les salaires.

alstublieft

genoeg gezegd, genoeg daarover

- Jake et Anthea ont tous les deux disparu à l'étage. - Je vois ce que tu veux dire !

Ik hou van je

Je t'aime et je veux passer le reste de ma vie avec toi.
Ik hou van je en wil de rest van mijn leven met jou spenderen.

kom maar op

Si tu penses que tu peux faire mieux, alors, vas-y !

Het spijt me

Je suis désolé pour l'accident de votre mère.

Ik doe het wel

Le dossier OLF, voyons où l'ai-je mis... Je l'ai ! Il était dans la corbeille.
ⓘCette phrase n'est pas une traduction de la phrase originale. Maak je geen zorgen over het afwassen. Ik doe het wel.

Gecondoleerd

Gecondoleerd met uw verlies.

geen zorgen

(informeel)

bijschenken

(familier) (gewoonlijk gebruikt als ww)

Vous avez eu assez de café ou je vous en reremplis un verre ?

mij best

- Tu veux aller nager ? - Ça m'est égal.

me, mij

Il ne veut vraiment pas que je te rende visite.

alsjeblieft

(énervement) (verontwaardiging)

Oh, c'est bon ! J'en ai assez entendu pour aujourd'hui !

maak dat je wegkomt

(familier)

maak dat je wegkomt

(familier)

Brett a vraiment dit ça ? Nan, je n'y crois pas !

maak 'm nou!, ga weg! ja hoor! schei uit!

(informeel)

Non, arrête ! Sandra ne peut pas vouloir épouser cet homme horrible !

op de een of andere manier

Mark avait besoin de sa voiture pour travailler, donc il devait d'une manière ou d'une autre trouver un moyen de payer les réparations.

ga je gang

(informeel)

Ik bedoel

Comment vas-tu ? Je veux dire, es-tu complètement remis de ta maladie ?

letterlijk

interjection

Puis elle dit, je cite, « Oui ».

psychologisch beïnvloeden

interjection

had ik maar

(littéraire ou humoristique)

Que ne donnerais-je pour un bol de soupe !

zijn

Au temps pour moi.
Ik neem mijn woorden terug.

Laten we Frans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van je in Frans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Frans.

Ken je iets van Frans

Frans (le français) is een Romaanse taal. Net als Italiaans, Portugees en Spaans, komt het uit het populaire Latijn, dat ooit in het Romeinse rijk werd gebruikt. Een Franstalig persoon of land kan een "Franstalig" worden genoemd. Frans is de officiële taal in 29 landen. Frans is de vierde meest gesproken moedertaal in de Europese Unie. Frans staat op de derde plaats in de EU, na Engels en Duits, en is na Engels de meest onderwezen taal. De meerderheid van de Franstalige wereldbevolking woont in Afrika, met ongeveer 141 miljoen Afrikanen uit 34 landen en gebieden die Frans als eerste of tweede taal spreken. Frans is de tweede meest gesproken taal in Canada, na Engels, en beide zijn officiële talen op federaal niveau. Het is de eerste taal van 9,5 miljoen mensen of 29% en de tweede taal van 2,07 miljoen mensen of 6% van de gehele bevolking van Canada. In tegenstelling tot andere continenten is het Frans in Azië niet populair. Momenteel erkent geen enkel land in Azië Frans als officiële taal.