Wat betekent golpe in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord golpe in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van golpe in Spaans.

Het woord golpe in Spaans betekent slag, slag, klap, slag, klap, por, steek, stoot, dreun, mep, dreun, kloppen, dreun, mep, klets, klap, klap, mep, stoot, duw, zet, slag, stoot, sterk effect, slag, stoot, klop, slag, mep, klap, dreun, inslag, impact, vuistslag, roof, beroving, geklots, botsing, klop, klus, moord, liquidatie, greep, trap, stoot, steek, slag, klap, slag, dreun, slaan, instorting, schokken, shockeren, doorbraak, plotseling, ineens, rotopmerking, coup, plof, bons, put, harde klap, gekletter, plof, doodsteek, genadeslag, zonnesteek, meesterzet, staatsgreep, coup, putsch, harde klappen, harde lessen, terugslaan, meesterwerk, genadeslag, einde, zijslag, klap, smak, verpletterend iets, harde klappen, opspringen, backhand, putten, dichtklikken, dichtknippen, met de rand van het slaghout raken, neerploffen op, botsen tegen, stoten, plotseling onthullen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord golpe

slag

nombre masculino

Él recibió 40 golpes con un látigo como castigo.

slag

nombre masculino

Los golpes del golfista podrían perfeccionarse.

klap, slag

El golpe lo tiró a piso, pero pronto se puso de pie.

klap

nombre masculino (desventura imprevista)

La noticia de la muerte de su esposo fue un duro golpe para ella.

por, steek, stoot

Me dio un golpe en las costillas y gritó "¡Despiértate!"

dreun, mep

(informeel)

dreun

El golpe de Rachel hizo que la imagen en la televisión vieja dejara de parpadear.

kloppen

¿Le puedes decir a tus amigos que usen el timbre? Todos esos golpes están arruinando la puerta.

dreun

nombre masculino (sonido) (geluid)

mep, klets, klap

El perro recibió un golpe cuando intentó coger comida de la mesa.

klap, mep

El boxeador sintió el golpe de su oponente.

stoot, duw, zet

slag

nombre masculino (tiro) (golf)

En el golf sólo está permitido dar un golpe en el tee de salida.

stoot

El golpe era difícil porque la bola tenía que cruzar toda la mesa.

sterk effect

El brandy tiene un golpe muy fuerte.

slag, stoot

nombre masculino

Chelsea tiene las piernas cubiertas de golpes y moretones porque no mira por dónde va.

klop, slag

nombre masculino (sonido)

El golpe del martillo contra la pared despertó a todo el mundo.

mep, klap, dreun

(con el puño)

El golpe del boxeador en la cabeza de su oponente lo tomó por sorpresa.

inslag, impact

El impacto del coche al golpear contra el árbol mató al conductor.

vuistslag

El puñetazo del boxeador noqueó a su oponente.

roof, beroving

(a mano armada)

Los ladrones de joyas realizaron un atraco impresionante.

geklots

botsing

klop

(op deur)

Tina fue a responder la llamada en la puerta.

klus

(figurado, irónico) (slang)

Está cumpliendo condena por aquel trabajo de las tarjetas de crédito que salió mal.

moord, liquidatie

El jefe de la mafia ordenó el asesinato de su antiguo socio.

greep

El ejército organizó una revuelta en un asalto al poder.

trap

Le otorgaron un tiro libre.

stoot, steek

(met een steekwapen)

La estocada del mosquetero no golpeó al enemigo.

slag

Su tiro (or: lanzamiento) mandó la pelota justo detrás de su adversario.

klap, slag, dreun

slaan

Golpeó el escritorio con el puño tratando de hacer que entendieran su punto.

instorting

(door ziekte, hitte)

schokken, shockeren

La noticia de la muerte de su padre la conmocionó.

doorbraak

Miranda fue a Hollywood en busca de dar su gran salto.

plotseling, ineens

locución adverbial

De golpe empezó a llover.

rotopmerking

locución adjetiva (figurado)

El político dio un golpe bajo a su oponente en el debate.

coup

locución nominal masculina

La oposición organizó un golpe de Estado y derrocó al Presidente electo. El general se convirtió en dictador mediante un golpe de Estado.

plof, bons

Tina dejó caer el libro, que golpeó la mesa con un ruido sordo.

put

(golf) (golf: zachte slag)

Gary empató con un golpe corto.

harde klap

(figurado) (figuurlijk)

gekletter

plof

(geluid)

doodsteek, genadeslag

locución nominal masculina (figurado) (figuurlijk)

zonnesteek

locución nominal masculina

meesterzet

locución nominal masculina

staatsgreep, coup, putsch

locución nominal masculina

harde klappen, harde lessen

(figurado) (figuurlijk)

Dan trae al trabajo una vida llena de malos tragos.

terugslaan

locución verbal

El presidente declaró que si el país era atacado devolverían el golpe.

meesterwerk

locución nominal masculina

¡Que la famosa galería de arte mostrara su trabajo fue todo un golpe maestro para Claudia!

genadeslag

(letterlijk)

einde

zijslag

klap, smak

verpletterend iets

(figurado) (informeel)

Si Reus se fuera ahora, sería un golpe duro para el equipo.

harde klappen

locución nominal masculina (figurado) (figuurlijk)

La industria de la publicidad ha sufrido un duro golpe durante la última crisis económica.

opspringen

locución verbal

Se sentó pero se paró de golpe, le habían puesto una chinche en el asiento.

backhand

(hockey, cricket)

putten

locución verbal (golf: zachtjes slaan)

Le estoy enseñando a mi hijo a dar un golpe corto.

dichtklikken, dichtknippen

locución verbal

Natalie dio vuelta la llave y escuchó la puerta cerrarse de golpe.

met de rand van het slaghout raken

(cricket) (cricket)

neerploffen op

locución verbal (informeel)

botsen tegen

Polly chocó levemente el hombro de su hermana por accidente.

stoten

(teen of vinger)

Helen se golpeó un dedo del pie contra la pata de la mesa.

plotseling onthullen

Ella nos reveló de golpe la noticia.

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van golpe in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.