Wat betekent niña in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord niña in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van niña in Spaans.

Het woord niña in Spaans betekent meisje, meisje, zij, jongste, kleinste, benjamin, kind, zuigeling, dreumes, hummel, kind, kind, onschuldig iemand, peuter, dreumes, kind, joch, hij, kind, baby, meisjesachtig, peuter, kleuter, wonderkind, oogappel, schat, kleintje, oogappel, verwend kreng, snotaap, bengel, straatkind, dakloos kind, wisselkind, dreumes, zuigeling, papoose, wonderkind, wonderkind, hoogbegaafd kind, verwend nest, pleegkind, kabouter, blauwtje, troetelkind. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord niña

meisje

Había varias niñas jugando en la arena.

meisje

zij

(animales)

Ese perro es una hembra.

jongste, kleinste, benjamin

Con tres hermanos mayores que él, era el bebé de la familia.

kind

nombre masculino, nombre femenino

Un niño necesita amor.

zuigeling

El niño estaba tumbado en la cuna.

dreumes, hummel

(informeel)

La pareja de la casa de al lado tiene un niño hermoso.

kind

kind

"Los niños en el bosque" es un cuento de hadas tradicional.

onschuldig iemand

¿Tienes 29 años? ¡Si eres sólo un niño!

peuter, dreumes

(de uno a dos años)

El niño estaba jugando en el jardín.

kind, joch

A Stacy le gusta visitar a sus amigas mientras los chicos están en el colegio.

hij

(animales)

¿Es macho o hembra?

kind

¡Deja de llorar! ¡No seas bebé!

baby

meisjesachtig

Bebe tiene una risa muy femenina.

peuter, kleuter

wonderkind

oogappel, schat

(informeel)

Ella es el tesoro de sus padres.

kleintje

locución interjectiva (informeel)

Ven aquí, mi niño, y te contaré un cuento.

oogappel

verwend kreng

(spreektaal)

La sobrina de Rodney es una niña mimada: nunca limpia su habitación y hace lo que quiere.

snotaap, bengel

(un niño) (informeel)

Kyle le dijo al niño que lo deje en paz, pero el pequeño fastidioso no se iba.

straatkind

(antiguo)

Una pareja de andrajosos golfillos jugaban descalzos en la calle.

dakloos kind

wisselkind

dreumes

(informeel)

zuigeling

papoose

wonderkind

wonderkind

locución nominal con flexión de género

Mozart fue un niño prodigio que empezó a componer música antes de los 5 años.

hoogbegaafd kind

Mozart era un niño talentoso: a los cinco años ya componía.
Mozart was een hoogbegaafd kind, composerend sinds zijn vijfde.

verwend nest

(peyorativo) (informeel)

Los hijos únicos con frecuencia se convierten en mocosos malcriados.

pleegkind

(ES)

Cuando sus padres acabaron en la cárcel, pasó a ser una niña de acogida.

kabouter

(coloquial) (padvinderij)

No lo creerías, pero mi hermana fue una niña exploradora.

blauwtje

locución nominal femenina (polyommatus icarus) (vlindersoort)

Benny atrapó una niña celeste con su red.

troetelkind

(peyorativo)

La niña consentida de papá consigue lo que quiere.

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van niña in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.