Wat betekent dirección in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord dirección in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van dirección in Spaans.

Het woord dirección in Spaans betekent locatie, bestuur, leiden, richting, adres, beheer, bestuur, leiden, leiding geven, bestuur, adres, webadres, domeinnaam, URL, koers, weg, besturing, directeurschap, redacteurschap, leiderschap, positie, plaats, directie, oriëntatie, directeurschap, leiderschap, roer, regering, overheid, administratie, richting, weg, kant, bestuurskunde, adresseren, herleiden, van koers veranderen, tegemoetkomend, oostwaarts, in oostelijke richting, oostwaarts, in oosterlijke richting gaand, landwaarts, naar het noorden, zuidwaarts, zonder gids, met de wind mee, ten noordoosten, ten noordwesten, cinematografie, verkeer over één weghelft, belastingdienst, fiscus, e-mailadres, koers wijzigen, zwenken, verkeerd verzenden, verkeerd versturen, in de richting gaan van, noordelijk, in noordoostelijke richting, zuidwestwaards, oostwaarts, in oostelijke richting, zuidwaarts, OZO, gedirigeerd zijn, geleid zijn, zeewaarts, e-mail, mail, verkeerde adressering, misleiding, verkeerd adresseren, noordoostelijk. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord dirección

locatie

nombre femenino

El negocio se mudó a una nueva dirección.

bestuur, leiden

La dirección de un equipo de cien personas puede ser agotadora.

richting

nombre femenino

¿Qué dirección es esa? ¿Norte o sur?

adres

nombre femenino

La carta fue devuelta porque la dirección era ilegible.

beheer, bestuur

Ha llevado de forma ejemplar la dirección del asunto.

leiden, leiding geven

La dirección de un negocio puede ser muy difícil.

bestuur

La dirección de la compañía ha decidido vender la sección de zapatería.

adres, webadres, domeinnaam, URL

nombre femenino (web)

Ella estableció una nueva dirección web.

koers, weg

(figurado)

Es difícil saber qué rumbo (or: curso) tomar en la vida.

besturing

nombre femenino

Al girar en la curva cerrada, Jeremy se dio cuenta con horror de que le pasaba algo a la dirección.

directeurschap

redacteurschap

nombre femenino

leiderschap

nombre femenino

La dirección del proyecto del gerente fue excelente.

positie, plaats

Pronto nos perdimos en las calles oscuras, sin saber nuestra dirección.

directie

(empresa)

Estas órdenes vienen directamente de la dirección.

oriëntatie

La orientación de todas las tumbas es de norte a sur.

directeurschap, leiderschap

(de jefe)

roer

(figuurlijk)

regering, overheid, administratie

Muchas cosas eran diferentes durante la administración de Reagan.

richting, weg, kant

¿Qué camino tomaste para llegar aquí?

bestuurskunde

(ES)

El estudiante recibió su diploma en Dirección de Empresas.

adresseren

locución verbal

Debes poner la dirección correctamente en el paquete si esperas que sea entregado.

herleiden

La calle estaba bloqueada, así que Daniel redireccionó el auto.

van koers veranderen

(figuurlijk)

El gobierno se está desviando a una nueva dirección.

tegemoetkomend

Siempre debes caminar del lado que viene en dirección contraria al tráfico.

oostwaarts, in oostelijke richting

Los carriles en dirección este están completamente parados debido a un gran accidente.

oostwaarts, in oosterlijke richting gaand

landwaarts

locución adjetiva

naar het noorden

locución adjetiva

zuidwaarts

zonder gids

locución adjetiva

met de wind mee

El yate navegaba a favor del viento.

ten noordoosten

ten noordwesten

locución adverbial

La tormenta se dirige en dirección noroeste.

cinematografie

Muy pocos pasan de dirección de fotografía a dirigir películas.

verkeer over één weghelft

locución nominal femenina (in noodsituatie)

belastingdienst, fiscus

(EE. UU.)

El Servicio de Impuestos Internos recauda billones de dólares al año.

e-mailadres

Cometí un error en la dirección de correo electrónico de George, así que no recibió mi correo.

koers wijzigen

locución verbal

El barco cambió de dirección y se dirigió hacia Durban.

zwenken

Viré bruscamente para evitar arrollar un venado.

verkeerd verzenden, verkeerd versturen

in de richting gaan van

locución verbal

La última vez que los vimos, iban en dirección a Los Ángeles.
We zagen hem laatst in de richting van Los Angeles gaan.

noordelijk

locución adjetiva

El avión en dirección norte despegó hacia Islandia.

in noordoostelijke richting

zuidwestwaards

locución adjetiva

oostwaarts, in oostelijke richting

Viaja con rumbo al este por tres millas, y luego gira hacia el norte.

zuidwaarts

OZO

locución adverbial (acrónimo) (afkorting: east-southeast)

El barco navegó en dirección ESE desde Canadá hasta el noroeste de África.

gedirigeerd zijn, geleid zijn

(project)

Esta serie de libros fue dirigida por el presidente del departamento.

zeewaarts

locución adverbial

e-mail, mail

Si me pasas tu dirección de correo electrónico, yo te mando una invitación.

verkeerde adressering

misleiding

verkeerd adresseren

locución verbal (pakketje, brief)

noordoostelijk

El viento soplaba hacia el noreste, a través de la pradera y hacia la montaña.

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van dirección in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Verwante woorden van dirección

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.