Wat betekent caixa in Portugees?

Wat is de betekenis van het woord caixa in Portugees? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van caixa in Portugees.

Het woord caixa in Portugees betekent doos, caissière, doos, bus, brievenbus, pak, pakje, doosje, kartonnetje, bankbediende, kassa, kleine trom, kassa, doos, kartonnen doos, pot, inzet, doosje, slof, cash, krat, beambte, bediende, kist, cadeaupapier, inpakpapier, kasboek, bus, brievenbus, versnellingsbak, tank, hoofdletters, onderkast letter, kleine letter, brandkast, kluis, bankbediende, bankmedewerker, kasregister, bankkluis, safe, brievenbus, pinautomaat, versnellingsbak, snuifdoos, postvak, instrumenten, gereedschappen, luciferdoosje, zandbak, gereedschapskist, lading, ribbenkast, zandbak, brievenbus, afvalvernietiger, brievenbus, luciferboekje, postbakje, pillendoosje, klankbord, klankblad, broodtrommel, pinautomaat, geldautomaat, hoedendoos, snuifdoos, naaimand, textielcontainer, stoppenkast, ribbenkast, schoenendoos, kasstroom, geldautomaat, bankautomaat, klein, geldautomaat, bankautomaat, inbox, postbus, postvak uit, kist vol, brievenbus, caisson, vitrine, tentoonstellingskast, voicemailbox, bal in de bunker slaan, verpakking, mailbox. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord caixa

doos

substantivo feminino

Duane abriu a caixa com a faca.

caissière

substantivo masculino, substantivo feminino

Anna trabalhava como caixa em meio período durante o ensino médio.

doos

substantivo feminino

Ele comeu a caixa inteira de chocolates.

bus, brievenbus

substantivo feminino (correio)

O correio é retirado dessa caixa todas as tardes.

pak, pakje, doosje, kartonnetje

Arthur bebeu uma caixa de leite no almoço.

bankbediende

substantivo masculino (de banco)

O caixa pediu o número da minha conta,

kassa

substantivo masculino (loja)

Acho que deixei minha carteira no caixa.

kleine trom

(instrumento de percussão) (muziekinstrument)

kassa

substantivo masculino (on-line)

Vá para o checkout e insira os dados do seu cartão de crédito.

doos

substantivo feminino

Esse vinho é tão bom que eu poderia tomar a caixa inteira!

kartonnen doos

substantivo feminino

pot, inzet

substantivo feminino (no baralho) (kaartspel)

doosje

substantivo feminino (de fósforos) (lucifers)

Você tem uma caixa de fósforos que eu possa usar para acender as velas.

slof

substantivo feminino

een slof sigaretten

cash

substantivo feminino (moeda asiática) (munt uit China)

krat

Earl comprou um caixote de laranjas no mercado.

beambte, bediende

Terrence trabalha como caixa no banco.

kist

Guardamos cobertores naquele velho baú perto da cama.

cadeaupapier, inpakpapier

kasboek

substantivo masculino

bus, brievenbus

substantivo feminino

A caixa postal fica na porta do escritório.

versnellingsbak

substantivo feminino (automóvel)

A caixa de câmbio do meu carro é muito dura, e fica emperrada na 4ª marcha.

tank

Quando eles chegaram na casa de férias, os Smith ligaram a água e ouviram o tanque se encher.

hoofdletters

onderkast letter, kleine letter

(letra pequena)

brandkast, kluis

bankbediende, bankmedewerker

kasregister

(BRA)

O caixa pegou o meu troco da registradora.

bankkluis, safe

O gerente do banco abriu o cofre.

brievenbus

pinautomaat

(BRA)

versnellingsbak

(carro)

snuifdoos

substantivo feminino

postvak

instrumenten, gereedschappen

luciferdoosje

zandbak

gereedschapskist

lading

ribbenkast

zandbak

brievenbus

afvalvernietiger

brievenbus

luciferboekje

postbakje

pillendoosje

substantivo feminino

klankbord, klankblad

broodtrommel

substantivo feminino

pinautomaat, geldautomaat

substantivo masculino

hoedendoos

snuifdoos

naaimand

substantivo feminino

textielcontainer

(kleding)

stoppenkast

Er is een stroomstoring en ik weet niet waar de stoppenkast is.

ribbenkast

substantivo feminino

schoenendoos

kasstroom

(movimento de entrada e saída de dinheiro de uma empresa)

geldautomaat, bankautomaat

(BRA)

Eu terei de sacar algum dinheiro do caixa automático antes de ir às compras.

klein

locução adjetiva (letra: não maiúscula) (letter: geen hoofdletter)

geldautomaat, bankautomaat

O aeroporto não tem um caixa automático?

inbox

(e-mails) (anglicisme)

postbus

postvak uit

(pasta de e-mails a ser enviados) (van e-mail)

kist vol

brievenbus

caisson

vitrine, tentoonstellingskast

(com vidro)

voicemailbox

(telefoon)

bal in de bunker slaan

expressão verbal (golf)

verpakking

substantivo feminino

mailbox

(e-mail) (anglicisme, internet)

Laten we Portugees leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van caixa in Portugees, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Portugees.

Ken je iets van Portugees

Portugees (português) is een Romeinse taal afkomstig uit het Iberisch schiereiland van Europa. Het is de enige officiële taal van Portugal, Brazilië, Angola, Mozambique, Guinee-Bissau, Kaapverdië. Portugees heeft tussen de 215 en 220 miljoen moedertaalsprekers en 50 miljoen tweedetaalsprekers, voor een totaal van ongeveer 270 miljoen. Portugees wordt vaak vermeld als de zesde meest gesproken taal ter wereld, de derde in Europa. In 1997 rangschikte een uitgebreide academische studie het Portugees als een van de 10 meest invloedrijke talen ter wereld. Volgens UNESCO-statistieken zijn Portugees en Spaans na Engels de snelst groeiende Europese talen.