Wat betekent aplastar in Spaans?

Wat is de betekenis van het woord aplastar in Spaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van aplastar in Spaans.

Het woord aplastar in Spaans betekent verpletteren, iets breken, pletten, platdrukken, verpletteren, mangelen, om zeep helpen, overheen walsen, fijnstampen, fijnmaken, pletten, verpletteren, betreden, onderdrukken, vernietigen, vernielen, verwoesten, afstraffen, inmaken, een gewicht leggen op, meppen, oprollen, verpletteren, afdrogen, aftuigen, zwaar wegen op, zwaar drukken op, meppen met, iemand met iets verslaan, achter zich laten, walsen over, afdrogen, inmaken, kloppen, afslachten. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord aplastar

verpletteren

verbo transitivo

Aplastó la lata con el pie.

iets breken

(figurado) (figuurlijk)

Nuestro ejército aplastó completamente al enemigo.

pletten, platdrukken, verpletteren

verbo transitivo

Rachel tiene una máquina para aplastar latas antes de echarlas a la papelera de reciclaje.

mangelen

Al chocar, el coche aplastó el cuerpo del conductor.

om zeep helpen

(figuurlijk, informeel)

overheen walsen

(figuurlijk)

fijnstampen, fijnmaken, pletten

Sarah tuvo que ir al hospital tras aplastarse accidentalmente el dedo con un martillo.

verpletteren

(figuurlijk)

El gobierno aplastó la rebelión.

betreden

Pisé con cuidado al cruzar el suelo resbaladizo. Has pisado por toda la moqueta con tus botas embarradas.

onderdrukken

El líder del partido sofocó la rebelión de sus ministros.

vernietigen, vernielen, verwoesten

El dictador pudo sofocar la rebelión.

afstraffen, inmaken

(sport)

een gewicht leggen op

Apisonó los papeles con un libro.

meppen

¡Rápido, mata la abeja antes de que me pique!

oprollen, verpletteren, afdrogen

(figuurlijk: verslaan)

aftuigen

(coloquial)

Ralphie finalmente obtuvo su venganza cuando machacó al matón de la escuela.

zwaar wegen op, zwaar drukken op

(figurado) (figuurlijk)

Las preocupaciones financieras aplastaban a Ema.

meppen met

Rick mató una mosca con un periódico.

iemand met iets verslaan

(figurado)

Audrey aplastó a Tania en tenis.

achter zich laten

(informal) (figuurlijk)

Desde una edad muy temprana, Joseph les gana por mucho a sus compañeros.

walsen over

(figurado) (fig., informeel)

En el juego final, Brasil aplastó a Canadá 15 a 2.

afdrogen, inmaken, kloppen

(figuurlijk, spreektaal)

Hicimos papilla (or: puré) al otro equipo, ¡ni siquiera lograron anotar!

afslachten

(figuurlijk, inf.)

El equipo local machacó a sus rivales.

Laten we Spaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van aplastar in Spaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Spaans.

Ken je iets van Spaans

Spaans (español), ook bekend als Castilla, is een taal van de Iberisch-Romaanse groep van de Romaanse talen, en de 4e meest voorkomende taal ter wereld volgens sommige bronnen, terwijl andere het als een 2e of 3e vermelden meest voorkomende taal. Het is de moedertaal van ongeveer 352 miljoen mensen en wordt gesproken door 417 miljoen mensen wanneer de sprekers als taal worden toegevoegd. sub (geschat in 1999). Spaans en Portugees hebben zeer vergelijkbare grammatica en woordenschat; Het aantal vergelijkbare woordenschat van deze twee talen is tot 89%. Spaans is de primaire taal van 20 landen over de hele wereld. Geschat wordt dat het totale aantal sprekers van het Spaans tussen de 470 en 500 miljoen ligt, waarmee het de op één na meest gesproken taal ter wereld is, gemeten naar het aantal moedertaalsprekers.